Is nieuw Parochieel Dienstencentrum bouwen aan noord-oostkant van de St. Jan wel een goed idee?




Memo - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap






Naar aanleiding van het negatieve RCE advies van 16 maart 2021 over de nieuwbouw van het faciliteit centrum bij de St. Janskerk heeft
op 19 mei 2021 een overleg plaatsgevonden.
Dit overleg is geïnitieerd door de gemeente Zutphen. Het planproces kent een lange geschiedenis waar de RCE niet eerder bij betrokken is geweest
als adviseur.
In dit proces van jaren zijn afwegingen gemaakt die wij niet hebben meegemaakt.

Belangrijkste kritiekpunten uit het advies:
▪ De impact van de nieuwbouw is tweeledig: het heeft gevolgen voor het aanzicht van het monument en de stedenbouwkundige structuur als fysiek op
het rijksmonument zelf.
▪ Het ontbreekt aan een heldere cultuurhistorische analyse en waardering van de historische stedenbouwkundige structuur en bebouwingsstructuur.
Concluderend is mijn advies om een cultuurhistorische analyse en waardering van de (gelaagde) stedenbouwkundige structuur en bebouwingstructuur als
uitgangspunt te hanteren voor een eventueel nieuwbouwplan. Het betrekken van de bouwgeschiedenis van het kerkgebouw - die zich kenmerkt door uitbreidingen
die aansluiten bij de bestaande bouwmassa - is hierbij eveneens relevant.
Evenals de waarde en betekenis van de open ruimte. Vervolgens kan gekeken worden naar hoe een eventuele ontwikkeling inspeelt op de
aanwezige kwaliteiten, daarvan gebruik maakt en hierop voortbouwt. (De RCE heeft nieuwbouw dus niet op voorhand uitgesloten op deze locatie).
▪ Het voorliggende plan hinkt op twee gedachten. Enerzijds is het een veelvormige aanbouw bij een vrijstaand kerkgebouw op een open plein,
maar iitgewerkt als straatwand/hoekpand. Anderzijds wordt het gepresenteerd als
herstel van een historische bebouwingsstructuur, maar het volgt qua uitwerking niet de principes en kenmerken die typerend zijn voor het gebied.
Zoals de verankering in het raster, korrelgrootte, geveloriëntering, gevelindeling en kapvormen. Hierdoor ontstaat een soort hybride benadering
die niet aansluit bij het historisch-ruimtelijke karakter van de Nieuwstad en de rijksmonumentale Nieuwstadskerk.

In het overleg is een uitgebreide presentatie gegeven over de historische ontwikkeling en analyse van het stadsdeel, de vertaling naar de
stedenbouwkundige visie Klein Vaticaan, het gehele proces van de afgelopen jaren en een toelichting op het ontwerp door de architecten.
Doel van het overleg was om te verkennen hoe dichter bij elkaar te komen om tot een mogelijke oplossing te komen. De presentaties en
toelichtingen waren in ieder geval verhelderend.
Aangegeven is ook dat veel vragen en opmerkingen nu een plek in het advies moesten krijgen omdat er geen toelichting of gesprek had plaatsgevonden.
Het was fijn geweest als dit gesprek en deze toelichtingen niet in de laatste fase van het proces waren gebeurd, zoals nu het geval is.

Henk Hoogeveen heeft aan het eind van de bijeenkomst aangegeven alle informatie te moeten laten bezinken en intern verder te bespreken. Peter Timmer
en Marie-Hélène Houben (adviseurs erfgoed & leefomgeving, RCE) konden niet bij de bespreking aanwezig zijn en zijn vervolgens bijgepraat aan de hand
van de presentaties. Deze bespreking heeft geresulteerd in een aanvulling op het eerder uitgebrachte advies.

Aanvullend op het eerdere advies komen wij tot de volgende bevindingen:
▪ Een sterke toegevoegde kwaliteit is het gekozen kleur- en materiaalgebruik (verzacht de ingreep en maakt duidelijk onderscheid).
▪ De katholieke kerk heeft een grote stempel gedrukt op dit gebied. Ook voor het voortzetten van het oorspronkelijke gebruik van de kerk is het
van belang dat er iets wordt toegevoegd / een ingreep wordt gedaan. De hoe vraag moet worden beantwoord: wat is een acceptabele doorontwikkeling op deze plek.
Het huidige plan behoeft aanpassingen.
▪ Constatering: Dak gesplitst, plat dak, tussenlid en knik in het dak. De aanbouw blijft een doos(je). Wat je straks ziet is een plat dakvlak. De knik
van ontwerp als hoekaccent is leuk bedacht maar ervaar je vrijwel niet vanaf straatniveau.
▪ De getoonde analyse is helder. Ook de doorkijk van het stedenbouwkundig plan met de rest van het plein (kloostervleugels afronden). Over de
aansluiting op het stedelijk weefsel hebben we nog wel de nodige vraagtekens. Daarnaast het concept van de kloostertuin: feitelijk betreft het
hier een middeleeuwse parochiekerk met een negentiende-eeuws klooster (ook qua typologie) ernaast tot 1990. Het was nooit een middeleeuws klooster
met een pandhof, dit is een verkeerde referentie.
▪ Wij kennen een hoge waarde toe aan de vrije ligging van de kerk (middeleeuwse structuur). De aanlooproute vanuit de stadspoort is eeuwen
open geweest. We kunnen gezien de omstandigheden wel instemmen met een nieuwbouw toevoeging, maar alleen als de rest van het plein herkenbaar blijft
als een open ruimte rond de kerk. Je geeft dan wel gedeeltelijk iets op qua vrije ligging, maar met een ontwerp dat hierop inspeelt en een plein met een
groen karakter kan het juist ook een hoge een kwaliteit toevoegen en bijdragen aan de beleving. Dit betekent ook zonder parkeren, want dat doet
geen recht aan het potentieel en de beleving van de plek. Voorkom dat het een excuusplan wordt: of anders gezegd een verzameling van belangen.
Wij zien dus mogelijkheden qua aanbouw als dit samengaat met de ambitie om het plein weer een volwaardige plek te geven in de stad
(en dus geen gefaseerde aanpak). Parkeren weg en een park/groenstrook met een aanbouw van de kerk is dus denkbaar wat de RCE betreft.
▪ Het huidige voorgestelde nieuwe gebouw anticipeert op de straat en niet op kerk.
Het RCE advies is om een aanbouw eventueel toe te staan, maar niet het gehele bouwblok vol te bouwen en het bestaande ontwerp meer af te stemmen op de kerk
en de nieuw in te richten openbare ruimte.
Het betekent deels openhouden en niet volbouwen van de zuidzijde. Dit is feitelijk een ander soort ontwerpopgave. Wij zijn van mening dat dit de ruimtelijk kwaliteit
in het gebied – dat door allerlei ingrepen zeer diffuus is - zal versterken. e
De openbare ruimte van het plein kan met groen aan betekenis winnen, zowel qua gebruik, beleving als ruimtelijk karakter van het gehele gebied.

Aanvullend advies:
De RCE adviseert het plan aan te passen en daarin de volgende uitgangspunten mee te geven:
▪ Het plein en de straatwanden niet (gefaseerd) vol te bouwen, geen woningbouw toe te voegen, maar de openheid en daarmee middeleeuwse structuur rond kerk grotendeels te behouden.
te behouden.
▪ Een hoge ambitie om het plein een volwaardige plek te geven in de stad als stadsplein, zonder parkeren maar met groen een extra gebruiks- en belevingskwaliteit toe te voegen.
▪ Een aanbouw van de kerk is denkbaar als deze o.a. meer anticipeert op de kerk en de openbare ruimte/groeninrichting, in plaats van alleen op de straat.
Als gekozen wordt voor behoud en versterking van het plein als plein (oftewel de hoog gewaardeerde middeleeuwse structuur), is een hoekpand Isendoornstraat-Dieserstraat niet logisch.
De wanden van het plein worden in de middeleeuwse stedenbouwkundige structuur immers gemarkeerd door bebouwing aan de omliggende straten. Een aanbouw compacter en dichter bij
de kerk situeren is dan passender, dan hou je de meeste pleinruimte over. De aanbouw wordt dan veel meer onderdeel van het kerkgebouw.
Een aanbouw kan ook vormgegeven worden als iets dat op het plein staat dat integraal met de openbare ruimte is mee-ontworpen. Het huidige ontwerp zou integraal met de openbare ruimte
is mee-ontworpen. Het huidige ontwerp zou daar op aangepast kunnen worden door het meer op het plein te situeren en meer alzijdigheid in het ontwerp aan te brengen.


De RCE begrijpt dat dit advies het nodige zal betekenen, aangezien er al een langdurig proces aan het huidige plan ten grondslag ligt. Tegelijkertijd is cultuurhistorische waarde
van de kerk en de stedenbouwkundige ligging zeer hoog. Dit vraagt om een ambitie en een plan dat van meerwaarde is niet alleen voor de kerk, maar ook voor de stad en de buurt. O
m die reden zou het goed zijn om bewoners actief te betrekken bij het ontwerpproces.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
namens deze,
de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed,
Henk Hoogeveen MA
Adviseur Architectuurhistorie



19 augustus 2021.

Reactie op artikel in het parochieblad “Onderweg” jaargang 9 nummer 6 van de hand van Harry Scheve,
pastoor en voorzitter van het parochiebestuur.


19 augustus 2021.
Helaas is het nog steeds zo dat een reactie op een artikel in dit blad wat het parochiebestuur niet welgevallig is, niet geplaatst wordt.
Derhalve kan het alleen bericht worden op facebook, op de website van de Stichting vrienden van St Jan Zutphen en als e mail verzonden worden
aan o.m. de locatieraden, een aantal parochianen maar ook aan het secretariaat van de parochie.

De reactie gaat hier over een deel van dit artikel dat onderstaand geciteerd wordt.

“Moeten we alles in elke geloofsgemeenschap behouden of moeten we inzetten op vergaande samenwerking?
Juist in deze context kan een nieuw parochiecentrum van fundamenteel belang zijn. Ons parochiebestuur heeft dit project zorgvuldig voorbereid.
Jammer dat het bestuur niet altijd wordt begrepen. Voor de toekomst is het belangrijk om goed met elkaar te blijven communiceren.“


Einde citaat.

De eerste zin van het citaat is een terechte vraagstelling, echter geen van de gemeenschappen is destijds gevraagd om te komen tot een organisatie
van een parochieverband zoals die van bovenaf is opgelegd. Wil dan toch gekomen worden tot een vergaande samenwerking dan vergt dat tijd en moeite
maar bovenal inspiratie van de eindverantwoordelijke, de pastoor.
Vanaf het begin van deze nieuwe organisatie is het beleid van het parochiebestuur, uitgesproken door de toenmalige vice voorzitter Piet Hein Cremers,
dat elke geloofsgemeenschap in financiële zin maar ook op het terrein van het hebben van vrijwilligers e. d. de eigen broek moet ophouden.
Lukt dat niet dan is het einde van die geloofsgemeenschap.
Het is heel begrijpelijk dat de afzonderlijke geloofsgemeenschappen blijven zorgen voor zichzelf en wars zijn van weer een bovenaf opgelegde dictaat,
zoals die eerste zin van het citaat uitstraalt.
De volgende zin over het doen ontstaan van een parochieel centrum, daarover moet het volgende gezegd worden.
Het is onjuist, nog sterker het is gewoon onwaar dat parochianen gekant zijn tegen een parochieel centrum op zichzelf.
Het gaat daarentegen over het megalomane voornemen om nieuwbouw te plaatsen bij onze middeleeuwse kerk terwijl er een pand is zijnde het PCM/ oude Mariaschool,
die meer dan voldoende ruimte tussen de buitenmuren en het dak biedt.
De discussie over dit laatste wenst het parochiebestuur niet aan te gaan.
Het waarom daarvan wordt bewust onduidelijk gehouden.
Dat het project zorgvuldig voorbereid is, daar kunnen kanttekeningen bij gezet worden.
Het in het verleden genomen besluit is nooit gecommuniceerd met de parochiegemeenschap.
Op een bijeenkomst van parochianen in Vorden op 21 januari 2020 is een uitgewerkt plan van nieuwbouw aan de orde gesteld.
75 % van de aanwezigen heeft neen gezegd tegen deze nieuwbouw.
Het parochiebestuur heeft zich niets aangetrokken van deze uitkomst.
Om een schijn van draagvlak te krijgen is er een klankbordgroep ingesteld, waarvan de leden zorgvuldig zijn uitgezocht,
zodat het parochiebestuur een welgevallige uitkomst zou krijgen.
In de latere informatie van de kant van het parochiebestuur wordt met geen woord meer gerept over de uitkomst in Vorden,
maar wordt alleen maar de gegeven uitkomst van de klankbordgroep geciteerd.
De opgetekende uitspraak, ''...Jammer dat het bestuur niet altijd wordt begrepen, moet veeleer begrepen worden als...:
'' ...Jammer dat de parochiegemeenschap niet altijd wordt begrepen door de voorzitter en zijn parochiebestuur “.
Met de laatste zin van het citaat kun je alleen maar mee eens, zijn mits naar elkaar ook geluisterd wordt en, niet onbelangrijk,
ervan uitgegaan wordt, dat het parochiebestuur dienstbaar behoort te zijn aan de parochiegemeenschap en niet andersom.

Willibrord Wedemeijer,
Voorzitter van Stichting Vrienden van St Janskerk Zutphen.


Reactie op artikel in het Parochieblad Onderweg nr 4 2021
met als titel: Stand van zaken Parochiecentrum.

In het parochieblad kan het parochiebestuur vrijelijk zijn mening en opvattingen geven.
Een reactie die niet onverkort achter het parochiebestuur staat wordt niet geplaatst met als argument
dat het blad geen plaats biedt voor andersoortige opvattingen en meningen.
Dat is natuurlijk buitengewoon jammer dat daar zo mee omgegaan wordt.
Het doet afbreuk bij mensen die zich zeker als vrijwilliger betrokken voelen bij de kerk en met hart en ziel zich daarvoor inzetten.
Het parochiebestuur gaat onverdroten en niets ontziend verder en wil dat parochianen
onverkort en ongenuanceerd zijn opvatting deelt.
Van het bestaan van andere opvattingen wordt misschien kennis genomen ,maar feitelijk ontkend.
Het hier voor genoemde artikel wil een feitenrelaas zijn waarbij de schijn gewekt wordt van objectiviteit.
Onder het kopje 'Beleidsontwikkeling' vergeet de heer Heuver te melden dat destijds bij de samensmelting van de toen bestaande parochies
door het parochiebestuur van St Jan en Emmanuel al ingebracht is het parochiesecretariaat te vestigen in de Mariaschool (PCM).
Dit voorstel werd door de heer Cremers beoogd vicevoorzitter van de nieuwe zetting afgewezen met als reden dat het gebouw niet representatief
is voor het nieuwe parochiebestuur.
Het moest naar de pastorie van de Emmanuelkerk waar eerst voor een fors bedrag aan verbouwd is en voorzien van een compleet nieuw inventaris.
Inzake de samenstelling van de Klankbordgroep wordt vergeten te vermelden dat hier, op een lid na, personen zijn uitgenodigd
die niet kritisch zullen staan inzake de nieuwbouwplannen bij de St Jan.
In hoeverre deze klankbordgroep onafhankelijk heeft kunnen en mogen adviseren is maar zeer de vraag.
Een alternatief, de Mariaschool (PCM), is gewoon niet aan de orde geweest, lijkt wel.
Het schielijk verhuren aan de Kinderopvang de Morgensternis met opzet gedaan om deze mogelijkheid af te snijden.
Echter, mocht er al een definitief huurcontract zijn afgesloten, (ook dit blijft onduidelijk )
dan kan het altijd verbroken worden met als reden het zelf te willen gebruiken.
Dit kan misschien enig geld kosten, dat zij zo, maar dit is nog altijd goedkoper dan de voorgenomen geldverslindende nieuwbouw.

Het kopje kosten
Hier wordt gedaan of er alle duidelijkheid is over de kosten van de investering.
Aankoop grond van de gemeente en bouw zou circa € 1000.000,-
Let wel CIRCA.
Het getuigt er toch niet van dat met enige deskundigheid deze investering is doorgerekend.
Voorts, wat kost de inrichting?
Er zal toch een stoel en tafel nodig zijn lijkt me.
Een exploitatieopzet wordt niet gegeven.
Wel iets vaags, dat het minder kost dan de de huisvesting in de van Heemstrastraat.
Er zijn wel afschrijvingskosten (hoeveel?), maar worden niet doorbelast aan de locaties.
Onduidelijk wat hiermee bedoeld wordt.
De laatste zin is nog het meest verbazingwekkend.
"Per saldo zijn de geloofsgemeenschappen voordeliger uit
dan in de huidige situatie met het secretariaat in de pastorie van de Emmanuelkerk” .

Dit is toch echt wel heel ongeloofwaardig.
Als dit werkelijk zo is, waarom dat dan niet aangetoond met cijfers.
Het geheel ademt de geest van een beetje optillen van de sluier om straks, als het allemaal tegenvalt,
daar niet op aangesproken te kunnen worden.
Dit hele financiële verhaal wijst toch op weinig professionaliteit, laat staan het betrachten van openheid naar de parochianen toe.
Het gestelde onder het kopje 'Vragen, bezwaren en duidelijkheid' geeft wel een heel eenzijdig beeld weer
hoe het parochiebestuur tegen de werkelijkheid aankijkt.
Met opzet wordt in het artikel verdoezeld hoe groot de weerstand is tegen de nieuwbouw, nog sterker,
de schijn wordt gewekt dat het overgrote deel van de parochianen voorstander zou zijn.
Niet vermeld wordt o.a.de bijeenkomst in Vorden, waar bleek dat 70 % van aanwezigen egen deze nieuwbouw / parochieel centrum was.
Gelukkig is de gemeente aan zet om te oordelen of de nieuwbouw mag plaatsvinden.
Je mag hopen, dat de gemeente meer cultuur historisch besef heeft dan het bestuur van deze regionale Katholieke Gemeenschap.
In het licht van de vergunningverstrekking kan ik een artikel in Vrij Nederland jaargang 2021 nr 5 aanbevelen.
Het heet “Waarom de openbare ruimte nog steeds het speeltje is van overheden en bedrijven”,
geschreven door Bram Logger en Parcival Weijnen.

Willibrord Wedemeijer

Laatste nieuws (d.d. 10 maart 2021): De Stentor van maandag 19 april 2021 berichtte hierover op onderstaande wijze



Hier onder het schrijven van 'Advies Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed' (d.d. 10 maart 2021)
inzake nieuwbouw Parochieel Dienstencentrum aan noord-oostkant van de St. Janskerk, waarover De Stentor rept.






Geacht college,

Op 19 januari 2021 vroeg u mij te adviseren over de voorgenomen wijziging(en) van bovengenoemd monument op grond van artikel 2.26,
tweede lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in samenhang met artikel 6.4, eerste lid onder a,
van het Besluit omgevingsrecht (Bor).
U heeft mij daartoe de aanvraag om een omgevingsvergunning toegezonden.

Advies
Ik adviseer u de gevraagde omgevingsvergunning niet te verlenen.
Hieronder licht ik toe hoe ik tot dit advies ben gekomen.
Bij de beoordeling heb ik de stukken betrokken zoals deze zijn ingediend bij de aanvraag.

Het plan
Aan u wordt een omgevingsvergunning gevraagd voor het realiseren van een nieuw facilitair centrum (parochiehuis) bij de Nieuwstadskerk.
Deze nieuwbouw is voorzien op de noordoostelijke hoek van het Hubertusplein: naast de kerk langs de Dieserstraat en op de hoek met de Isendoornstraat.
De nieuwbouw wordt verbonden met de kerk door een doorbraak in de gevel van de kerk.

Motivering
Allereerst betreur ik het dat de RCE niet eerder bij dit ingrijpende plan is betrokken door de gemeente Zutphen.
Er ligt nu een definitieve aanvraag zonder dat er enig vooroverleg heeft plaatsgevonden.
Ik was graag in de gelegenheid gesteld om de punten van dit advies in een eerder stadium met u te delen.
Het voorliggende plan is gericht op het concentreren van de parochies in en om de Nieuwstadskerk.
Hierbij wordt niet duidelijk gemaakt hoe zich dit verhoudt tot het toekomstperspectief en de geplande kerksluitingen in de regio.
Hiervoor verwijs ik onder andere naar de uitspraken van Kardinaal Eijk in de media (september 2018), waarbij is aangegeven dat in 2028
vermoedelijk nog slechts twee katholieke kerken in de gehele Achterhoek in functie zullen zijn.

De impact van de voorgestelde nieuwbouw is tweeledig. Deze heeft zowel gevolgen voor het aanzicht van de monumentale kerk en de stedenbouwkundige structuur
als de fysiek op het rijksmonument.

Stedenbouwkundige structuur
In de bijgevoegde planologische, ruimtelijke onderbouwing wordt gesproken over de Visie Klein Vaticaan als kader voor het voorliggende plan.
Deze visie is mij niet bekend en maakt geen onderdeel uit van de stukken bij de aanvraag.
Gesteld wordt het volgende:

Het initiatief is opgenomen en meegewogen in de visie en de stedenbouwkundige invulling van het Klein Vaticaan.
Voor het Hubertusplein, waar de planlocatie ligt, zijn een aantal uitgangspunten meegenomen uit de Binnenstadsvisie 2012:
- Hubertusplein omvormen tot een besloten kerkplein, met meer groen en minder nadruk op parkeren om het hofkarakter van dit plein te herstellen;
- gebruik van het historische stratenpatroon en de zichtlijnen die hier uit ontstaan worden om het gebied meer identiteit te geven.

Genoemd wordt ook de wens om het terugbrengen van hoekpanden op de kruising Isendoornstraat - Dieserstraat, om de toegang naar de Spaanse poort en het Vogelpark te begeleiden.


Wat op dit moment ontbreekt is een heldere analyse en waardering van de historische stedenbouwkundige structuur.
De Nieuwstad is een fraai voorbeeld van middeleeuwse stedenbouw in Nederland. Hoewel de Nieuwstad veel wijzigingen heeft ondergaan, is de stedenbouwkundige opzet
uit de 13e eeuw herkenbaar aanwezig in het nagenoeg rechtlijnige en rastervormige stratenpatroon, en op veel plekken ook in het daarmee verbonden bebouwingspatroon.
Op de kaart van Jacob van Deventer en de Kadasterkaart van 1811-1830 is te zien dat de Nieuwstadskerk prominent is gesitueerd daar
waar zich de poort richting uitvalswegen bevond (later verplaatst).
Het kerkgebouw markeerde de entree van de stad. Dit kwam ook tot uitdrukking in de vrije ligging van het gebouw op een nagenoeg onbebouwd rechthoekig terrein (kerkhof),
dat als geheel een eigen plek heeft in het stramien van de middeleeuwse bouwblokkenstructuur.

In de 19e eeuw is de situatie gewijzigd met een nieuwbouwwand ten noorden van de kerk – het Hubertusklooster - gericht op de Isendoornstraat.
Deze en andere ruimtelijke toevoegingen in de negentiende en twintigste eeuw (Klein Vaticaan) vormen een eigen tijdslaag met een eigen karakteristiek.
De 19e-eeuwse bebouwing ten noorden van de kerk is rond 1991 gesloopt waardoor de oorspronkelijke vrije ligging en middeleeuwse stedenbouwkundige structuur werd hersteld.
In de toelichting bij het aanwijzingsbesluit van het rijksbeschermde stadsgezicht 1100799 Zutphen wordt aangegeven dat drie stadsdelen - Oude Stad, Nieuwstad en Spittaalstad -
wat betreft hun karakter van elkaar te onderscheiden zijn.
Dit onderscheidende karakter komt voort uit de middeleeuwse bouwgeschiedenis van de stad en wordt hoog gewaard.
Dit betekent niet dat latere toevoegingen geen cultuurhistorische waarde hebben in de Nieuwstad.
Echter de essentie van de aanwijzing is gericht op het middeleeuwse stratenpatroon en het daarmee verbonden historisch-ruimtelijk karakter.

Het voorliggende plan hinkt op twee gedachten.
Enerzijds is het een veelvormige aanbouw bij een vrijstaand kerkgebouw op een open plein, maar uitgewerkt als straatwand/hoekpand.
Anderzijds wordt het gepresenteerd als herstel van een historische bebouwingsstructuur, maar het volgt qua uitwerking niet de principes en kenmerken
die typerend zijn voor het gebied. Zoals de verankering in het raster, korrelgrootte, geveloriëntering, gevelindeling en kapvormen.
Hierdoor ontstaat een soort hybride benadering die niet aansluit bij het historisch-ruimtelijke karakter van de Nieuwstad en de rijksmonumentale Nieuwstadskerk.

De nieuwbouw wordt voorgesteld op een tot de 13e eeuw teruggaand kerkhof dat tot 1829 in gebruik was.
In de 19e eeuw verrees op het Hubertusplein het klooster. Archeologisch onderzoek zal de impact op het bodemarchief inzichtelijk maken.
Hier is aandacht voor in de ruimtelijke onderbouwing.

Aanpassingen rijksmonument
Voorgesteld wordt om een doorbraak in het muurwerk van de kerk te realiseren om de kerk en het nieuwe parochiecentrum met elkaar te verbinden.
Deze brede doorgang met dubbele deuren is bedacht onder het kerkvenster in de oostelijke gevel van de noordbeuk.
Deze ingreep heeft gevolgen voor de monumentale waarden van de kerk.
De bouwhistoricus van de gemeente Zutphen heeft inzichtelijk gemaakt dat in de hoek van het koor en de noordbeuk in de 19e eeuw een eenlaagse aanbouw met plat dak
heeft gestaan voor opslag, welke in 1929 is omgebouwd tot biechtruimte.
Hiervoor zijn destijds ook twee deuren in de gevel gemaakt, aan weerszijden van het altaar.
Deze aanbouw is in 1982 gesloopt en de doorbraken zijn opnieuw dichtgemetseld.
Het realiseren van een eventuele doorbraak in deze hoek lijkt daarmee een logische plek.
De gevolgen voor de monumentale waarden kunnen sterk beperkt blijven als voor een doorbraak een of beide openingen uit het verleden opnieuw benut worden.
Een brede doorbraak onder het venster zoals is voorgesteld is onwenselijk en ontkent hier de vroegere altaarlocatie.

Concluderend is mijn advies is om een cultuurhistorische analyse en waardering van de (gelaagde) stedenbouwkundige structuur en bebouwingstructuur
als uitgangspunt te hanteren voor een eventueel nieuwbouwplan.
Het betrekken van de bouwgeschiedenis van het kerkgebouw - die zich kenmerkt door uitbreidingen die aansluiten bij de bestaande bouwmassa -
is hierbij eveneens relevant. Evenals de waarde en betekenis van de open ruimte.
Vervolgens kan gekeken worden naar hoe een eventuele ontwikkeling inspeelt op de aanwezige kwaliteiten, daarvan gebruik maakt en hierop voortbouwt.

De Nieuwstad is een stadsdeel met bijzondere cultuurhistorische kwaliteiten die zich op deze plek zowel ruimtelijk, bouwkundig en archeologisch manifesteren.
Vanzelfsprekend denk ik graag mee over eventuele alternatieven die nadrukkelijker inspelen op de aanwezige kwaliteiten, daarvan gebruik maken en op voortbouwen.

Uitgangspunten
Voor meer informatie over aanpassing, restauratie en verduurzaming van rijksmonumenten kunt u onder andere terecht bij ‘Uitgangspunten en overwegingen advisering gebouwde
en groene rijksmonumenten’
op www.cultureelerfgoed.nl en op www.stichtingerm.nl

Afschrift en tekeningen
Graag wijs ik u erop dat u op grond van het Bor verplicht bent een afschrift van het ontwerpbesluit en van de beschikking, beide met bijbehorende stukken,
op te sturen naar de minister van OCW, via het Omgevingsloket online of omgevingsvergunning@cultureelerfgoed.nl.

Vragen
Mocht u nog vragen hebben over de inhoud van dit advies, dan kunt u contact opnemen met de contactpersoon die in het briefhoofd vermeld staat.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
namens deze,
de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed,

hoofd regio Noord-Oost



Hieronder eerdere informatie inzake nieuwbouw Parochieel Dienstencentrum aan noord-oostkant van de St. Janskerk.


Op deze plaats (zie foto hieronder), het vroegere kerkhof, wil het parochiebestuur een bouwwerk, zie de tekeningen hieronder, plaatsen.
Voor de toegang zal in de middeleeuwse muur gehakt moeten worden.
De stukken betreffende deze plannen liggen tot 25 januari (2020) bij de gemeente Zutphen ter inzage.


Aangeraden wordt dat ook zeker te doen.
Een dergelijk bouwwerk past hier helemaal niet. Het doet afbreuk aan de kerk.
Bovendien, de noodzaak is er niet, omdat in de nabijheid van de kerk het parochiebestuur beschikt
over de oude Mariaschool, die in het verleden ook de functie van parochiecentrum heeft gehad.





Briefwisseling die aan bovenstaande voorafging.


Uit parochieblad “Onderweg”
Jaargang 8 (2020) nr 2
met als titel: Extra platformavond



Op donderdag 12 december jl. was er in het Dorpshuis De Horst in Keijenborg een extra platformavond over het nieuw te bouwen parochiële dienstencentrum in Zutphen,
dit naar aanleiding van de reacties op het door Herman Heuver op de platformavond van 31 oktober 2019 gepresenteerde ontwerp.
leden van de locatieraden, pastoraatgroepen, P.C.I. en het breed parochieel team voelden zich destijds door de (bouw)plannen overvallen, vooral ook,
omdat er die avond geen gelegenheid was te reageren.
Nadat pastoor Harry Scheve de bijeenkomst had geopend met de eerste lezing van de eerste zondag van de Advent (Jesaja 2, 1-5), zette Paul Seesing, vicevoorzitter van het parochiebestuur,
uiteen hoe de eerste gesprekken over een nieuw te bouwen parochiecentrum al in 2011 plaatsvonden.
Toen al ontstonden plannen om met de verkoop van de Emmanuelkerk en bijbehorende pastorie gelden te genereren, waarmee een aan het eucharistisch centrum gekoppeld parochiecentrum gebouwd
zou kunnen worden.
In dat dienstencentrum zou een bibliotheek, mediatheek, huiskamer, stiltecentrum, gebedsruimte en een ruimte voor kleine bijeenkomsten ondergebracht moeten worden.
Het gebouw zou ook moeten beschikken over vergaderfaciliteiten, een oefenruimte voor koren, een ruimte voor koffie/ thee na de vieringen, een ICT-ruimte, het secretariaat,
een centrale plek voor het pastoresteam en spreekkamers.
Nadat de gemeente Zutphen in 2013 met nieuwbouwplannen kwam voor ‘Klein Vaticaan’ (het gebied rond de H. Johannes de Doperkerk), kon het parochiebestuur in 2016 een programma van eisen
afronden, om het een jaar later weer bij te stellen.
In februari 2018, na afronding van de restauratie van de H. Johannes de Doperkerk, kreeg de planontwikkeling van ‘Klein Vaticaan’ verder vorm en dat resulteerde in 2019 in een
ontwerpaanvraag voor het parochiecentrum.
Was er op de platformavond van 31 oktober 2019 geen gelegenheid vragen te stellen over het door Herman Heuver gepresenteerde ontwerp, op 12 december was daar alle ruimte voor.
De signalen afgegeven op de platformavond van 31 oktober waren door het parochiebestuur zeer ter harte genomen en maakten het mogelijk dat er een levendige discussie ontstond.
Vragen over de financiering en de plaats van het centrum werden door de eerlijke en positieve inbreng van de ca. 50 aanwezigen in een fijne en ontspannen sfeer beantwoord,
onduidelijkheden in de gevolgde strategie kwamen voor het voetlicht en de door het parochiebestuur gemaakte keuzes werden toegelicht.
Kortom, na afloop kon er worden teruggekeken op een zeer geslaagde platformbijeenkomst, die in januari 2020 ongetwijfeld een goed vervolg zal krijgen.
Want wat er deze avond vooral duidelijk werd, is, dat open met elkaar discussiëren over elkaars zorgen over de ontwikkelingen in de Kerk en de invulling van het communicatieplan
voor iedereen verrijkend is.
Gerrit te Vaarwerk


Aan redactie Onderweg
Zutphen, Februari 2020
Verzoek onderstaande reactie te plaatsen in Onderweg afdeling Zutphen


Het artikel met als hoofd ‘EXTRA platforumavond’ in het parochieblad Onderweg d.d. januari 2020, is aanleiding voor mij om met de volgende reactie te komen.
In dit artikel staat vermeld dat er een plan is om een parochieel dienstencentrum bestaande uit twee bouwlagen te bouwen aan de noord-oostkant van de St Jan.
Om onderstaande redenen is dit een slecht idee.
Destijds, dus voor de restauratie, stond er een gebouw aan de noordkant van de kerk, het Hubertusgebouw. Volstrekt verwaarloosd qua onderhoud e.d.
Met veel pijn en moeite is het toenmalige parochiebestuur/restauratiecommissie/gemeente Zutphen gelukt om uiteindelijk na een uitspraak van de Raad van State over te gaan tot sloop.
Belangrijkste argument was dat het zicht op de toen nog te restaureren kerk aan de noordkant ten goede zal komen.
Als nevenvoordeel zou de ondergrond ( eigendom van de gemeente) gebruikt kunnen gaan worden als eigen parkeerplaats voor de kerkbezoekers.
De Kosten van deze nieuwbouw zullen ongetwijfeld vele tonnen euro's bedragen.
De vraag is: Hebben wij als kerk dit geld wel?
In de afgelopen jaren is het bedrag aan inkomsten immers alleen maar teruggelopen en wordt er nu al niet enorm bespaard om de zaak draaiende te houden?
Plaatsing van een nieuwe parochiecentrum is ook geen absolute noodzaak. Immers, de oude Mariaschool op de Tengnagelshoek, liggend in een beschermd stadsgezicht en eigendom van de parochie,
had vroeger al de functie van parochiecentrum en kan nu weer die functie gewoon terugkrijgen.
De bovenetage van het gebouw is op een kamertje na geheel leeg.
Hier is meer dan voldoende ruimte voor het secretariaat van de parochie.
Ook zijn er voldoende kamers voor parochiemedewerkers, indien die allen zo nodig een eigen kamer moeten hebben.
Conclusie van dit verhaal is, dit moet niet gebeuren.
Laten we de zaken die er al zijn goed gaan gebruiken in plaats van het neerzetten van een prestigieus en een volstrekt overbodig en zeer kostbaar nieuw gebouw.
Wilt u deze oproep ondersteunen, dan kunt u dit mailen naar het e mailadres:
voorzitter@stjanskerkzutphen.nl
Alleen het aantal ondersteuningen zal doorgegeven worden.

Drs W.H.J.M.Wedemeijer.

Omdat bovenstaand artikel niet kon worden opgenomen in het parochieblad Onderweg heeft het bestuur van de Stichting ‘Vrienden van de St. Jan’ besloten
het ingezonden artikel integraal op de website van de ‘Vrienden van de St. Jan’ te plaatsen.
De reden van niet-plaatsen werd aldus door de redactie van het parochieblad als volgt verwoord…:



Geachte heer Wedemeijer,
Voor de nieuwe Onderweg had u een artikel ingestuurd ‘Reactie platforumavond’.
Het parochieblad Onderweg is een informatief blad en streeft ernaar om op een positieve wijze bij te dragen
aan de opbouw van de parochiegemeenschap. Onderweg is geen discussieblad.
Daarom heeft de redactie besloten uw artikel niet te plaatsen.

Met vriendelijke groet,
Namens de redactie Onderweg
H. Winkeler,
Hoofdredacteur a.i.


Gemeente Zutphen, aanvraag omgevingsvergunning





Bezwaarschrift tegen structuurvisie Klein Vaticaan


Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Zutphen
‘s Gravenhof 2
7201 DN Zutphen

Zutphen, 17 januari 2021


Geacht college,


Bezwaarschift inzake Aanvraag omgevingsvergunning: Nieuwstadskerksteeg 2 Zuphen dd 25 december 2020. Code gmb-2020-346609


Ondergetekenden maken namens Stichting Vrienden van de kerk Sint Jan de Doper en haar orgels bezwaar tegen het afgeven van een omgevingsvergunning.
Het onderhavige is van grote archeologische waarde. Dit wordt aangegeven eerstens in de van toepassing zijnde Structuurvisie Binnenstad
dd 18 juni 2012 en het van toepassing zijnde Bestemmingsplan Nieuwstad-Stationsplein, vastgesteld 25 maart 2013.
Met name wijzen wij u op wat staat in de Structuurvisie bij 6,1,2 en erna en, wat het Bestemmingsplan betreft, bij artikel 17.1 en verder.
Het komt erop neer dat het hebben van een advies van de Rijksdienst Cultureel Erfgoed verplicht is alvorens een omgevingsaanvraag ter visie te leggen.
Het ontbreken van een dergelijk dwingend advies geeft ons niet de mogelijkheid om de aanvraag op zijn merites te kunnen beoordelen. Al om die reden moet deze aanvraag afgewezen worden.

Laten we zeggen dat bij “toeval” op 20 december 2020 even gauw een structuurvisie, hetend Klein Vaticaan, ter bespreking is neergelegd.
Dit is op zichzelf al opmerkelijk omdat de bestaande Structuurvisie Binnenstad geldt voor de hele binnenstad, dus ook voor dit onderdeel.
Nu komt er ineens een visie uit voor een beperkt onderdeel van de binnenstad ( kennelijk wordt er niet meer van uitgegaan dat op planologisch gebied c.a er één binnenstad is
met gelijke rechten en plichten ) waarin voorgesteld wordt het toelaten van bebouwing op het voormalige kerkhof, grond van een hoge archeologische waarde zoals in het Bestemmingsplan
Nieuwstad – Stationsplein staat aangegeven.
Als dit aanvaard wordt, betekent dat er een precedent is geschapen en dat dus later ook op de dodenakker bij de Walburgiskerk gebouwd kan worden.
Dit is niet alleen onwenselijk maar respectloos te noemen.
Gezien het grote belang vanuit de archeologie geldt ook voor deze visie een dwingend advies van de de hiervoor genoemde dienst.

Met betrekking tot het gebouw zelve kan nog het volgende gezegd worden:
Het bouwwerk is zeer massief en gesloten te noemen en doet afbreuk aan de monumentale uitstraling van de gotische kerk om niet te zeggen het detoneert.
Deze grootschalige bouw is beslist geen aanwinst voor de omgeving.

Andere bezwaren zijn:
In 1987 is door de Raad van State een uitspraak gedaan over het slopen van het zo genoemde Hubertusgebouw met als belangrijke reden dat het zicht op de kerk, waaraan toen fors werd
gerestaureerd, sterk zou verbeteren.
De voorgenomen nieuwbouw zal gezien de massa die gebouwd gaat worden, het zicht op de kerk grotendeels weer doen verdwijnen. De hoogte van het gebouw zal de lichtinval in de kerk zeer
nadelig beïnvloeden.
Er wordt een verbinding met de kerk voorgesteld door een deuropening te hakken in de middeleeuwse muur wat een onnodige beschadiging is van dit Rijksmonument.
De bestaande parkeermogelijkheid wordt nagenoeg nihil wat afbreuk doet aan het kerkbezoek bij begrafenissen, huwelijkssluitingen en andere kerkdiensten.
De ondergrond, waarop het gebouw komt te staan is een oude dodenakker, een kerkhof.(zie bijlagen) Gezien de archeologische waarde van deze grond en uit respect voor de voorouders, die hier begraven liggen, is nieuwbouw hierop uit den boze.
Voor een goede beeldvorming met betrekking tot de genoemde archeologische waarden van dit gebied verwijzen wij u naar het boek De Nieuwsstadskerk in Zutphen uitgegeven door
Diepenmaat Uitgeverij, mogelijk gemaakt o.a. door Erfgoed Centrum Zutphen en het boek Geëerd, Gedoogd Verloren en Herwonnen, uitgave Stichting Vrienden van het Timpe Orgel te Zutphen
Het voorgaande overziende menen wij, zoals in het begin reeds gesteld, dat deze gevraagde omgevingsvergunning moet worden afgewezen.


Drs W.H.J.M.Wedemeijer
Voorzitter

L.P. van der Hoeven
Penningmeester



Bezwaarschrift inzake omgevingsvergunning


Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Zutphen
‘s Gravenhof 2
7201 DN Zutphen

Zutphen, 17 januari 2021


Geacht college,


Betreft; reactie op visie Klein Vaticaan Structuurbeeld

Ondergetekenden willen namens Stichting Vrienden van de kerk Sint Jan de Doper en haar orgels de volgende aantekening maken bij boven genoemde uitgebrachte visie.
De ondertiteling van deze visie “Stedenbouwkundige uitwerking van de structuurvisie binnenstad is verwarrend en onjuist.
Het is een deel van de binnenstad dat hier aan de orde is. Tot op heden geldt nog steeds de Structuurvisie Binnenstad van 18 juni 2012.
Dit geaccordeerde beleidsstuk betrof de hele binnenstad. De hierin vermelde beleidsuitgangspunten met zijn rechten en verplichtingen uit planologisch oogpunt geldt voor de hele binnenstad.
Wat nu voor voorligt betreft een visie voor een beperkt onderdeel van de binnenstad.
Dit is ons inziens niet wenselijk. De bestaande Structuurvisie Binnenstad moet qua uitgangspunten hetzelfde blijven.
In de Klein Vaticaan visie wordt onder meer voorgesteld het toelaten van bebouwing op het voormalige kerkhof van de St Jan, grond van een hoge archeologische waarde,
zoals ook in het Bestemmingsplan Nieuwstad – Stationsplein staat aangegeven.
Als dit aanvaard wordt, betekent dat er een precedent is geschapen en dat dus later ook op de dodenakker bij de Walburgiskerk gebouwd kan worden.
Dit is niet alleen onwenselijk maar respectloos te noemen.
Wij menen dan ook dat de St Janskerk en zijn directe omgeving, waarmee bedoeld het vroegere kerkhof, thans parkeerruimte, gevrijwaard moet blijven van bebouwing,
gezien het grote belang van het behoeden van de aanwezige archeologische waarden.
Wat bij deze visie voorts node gemist wordt zijn de opvattingen van de Rijksdienst Cultureel erfgoed.
Gezien de daar aanwezige deskundigheid is het van groot belang om van diens opvattingen te kunnen kennisnemen.
Het gebied rond de St Janskerk heeft archeologische gezien een zodanige allure, dat het niet verdient verkwanseld te worden aan een aantal projectontwikkelaars.

Drs W.H.J.M.Wedemeijer
Voorzitter

L.P. van der Hoeven
Penningmeester


Gemeente Zutphen, aanvraag uitgebreide omgevingsvergunning




Uitkomst op 25 januari 2021 telefoongesprek
tussen de heer W. Wedemeijer en de Gemeente Zutphen, afdeling Vergunningen en Handhaving (mevr. Talsma)

Gemeente Zutphen, aanvraag uitgebreide omgevingsvergunning

Naar aanleiding van Rectificatie van de publicatie op 25 dec 2020 inzake aanvraag omgevingsvergunning Nieuwestadskerksteeg 2 ( de St Jan) heb ik gebeld met de Gemeente Zutphen,
afdeling Vergunningen & Handhaving, ic Mevr Talsma.
De toelichting van deze mevr was verbijsterend.
Wat is het geval: Op de aanvraag was een verkeerd vinkje gezet. Het is behandeld als een reguliere aanvraag terwijl het een uitgebreide vergunningsaanvraag had moeten zijn.
Na een lang verhaal heeft ze toegegeven dat het fout is, maar in het midden gelaten, was het de ambtenaar of de aanvrager die een fout vinkje heeft geplaatst.
Consequentie is wel dat de procedure geheel opnieuw wordt gestart.
Alle tot nu toe binnengekomen zienswijzen (bezwaren) gaan in de prullenbak en er moet opnieuw een zienswijze worden geschreven.
Nu komt het.
Er komt nu eerst een voorbereidingsprocedure, waarin de Rijksdienst voor het culturele erfgoed zijn advies gaat uitbrengen.
Voorts komt er een ontwerpbesluit. Dat ligt 6 weken ter inzage, gedurende die periode kun je weliswaar opnieuw een leuk briefje schrijven naar de gemeente.
Er komt nog een uitvoerige brief van de gemeente over dit gedoe. Het is mij te toevallig allemaal.
Door de vele bezwaarschriften(andere zienswijzen) zijn de ambtenaren gaan kijken, hoe kan dit en hebben de fout in de aanvraagsfeer ontdekt.
Dit is een aardige conclusie.
Je kunt ook zeggen: het is geprobeerd om er een reguliere aanvraag van te maken, dan beperkt dat in de vervolgprocedure rechter en Raad van State.

Opgetekend door W. Wedemeijer



Brief van de Gemeente Zutphen
Onderwerp: Informatie zienswijze aanvraag omgevingsvergunning Nieuwstadskerksteeg 2 Zutphen
Datum: 26 januari 2021


Voor meer informatie, voor vragen of opmerkingen kunt u ook terecht op ons facebook: Facebook.